vrijdag 13 november 2009

Week elf

Naar Syrië gaan is een ding, maar Syrië verlaten is nog iets heel anders. Op weg naar het zuiden ligt op 80km een provinciestadje, dat leek me een prima overnachtingsplek. Maar de koster van de plaatselijke kerk (gebouwd vòòr 500!) vertelde dat het dichtstbije hotel in Daraa stond, nog 40km verder. Dat was dus nog even fietsen.
Nu had ik nog ruim 1000 pond, ongeveer €15. Dat zou genoeg moeten zijn, maar de eerste hotels deden het er niet voor. Maar de bewaker van hotel drie vond toch dat een fietser wel korting kon krijgen, en met 40% korting was het betaalbaar. De receptionist was het er blijkbaar niet mee eens, in ieder geval kreeg ik geen ontbijt de volgende morgen. Maar ik had toch brood bij me.
Bij de grens bleek ik opeens 500 pond belasting te moeten betalen. Die had ik niet meer. Dat werd dus een biljet in Euro's, waardoor ik het dubbele kwijt was. Nu ja, geld kun je niet eten. Het kostte alleen veel tijd.
Van Jordanië had ik geen wegenkaart, en het toeristenbureau aan de grens verkocht ze niet. In het grensstadje zag ik een autoverhuurbedrijf aan de overkant van de weg, dus zette ik mijn fiets neer en ging daar eens vragen. Een kaart hadden ze niet, maar koffie wel. Toen ik weer bij mijn fiets kwam klaagde de winkelier dat ik wel mijn fiets voor zijn deur had gezet, maar geen koffie was komen drinken. Dat verzuim moest ik goedmaken
Zo besloot ik naar Jarash te gaan, een Romeinse stad ongeveer 40km verder. Nu zijn de prijzen in Jordanië op Europees niveau, dus was het weer een zoektocht naar betaalbaar onderdak. Volgens de toeristenpolitie kon ik kamperen naast het toeristenbureau bij de opgraving. Maar dat vond men te min, men parkeerde mij in een onverhuurd winkeltje. Daar kon ik wel slapen. Om acht uur werd er zelfs een matras gebracht!
Zo vriendelijk de volwassen Jordaniërs zijn, zo lastig zijn de kinderen, tenminste de jongetjes. Dat begint met gillen en schreeuwen, proberen je lopend bij te houden, apengeluiden maken, tegen je fietstassen te schoppen en met stenen naar je te gooien. Als je stopt om drinken te kopen is je fietshelm weg, en die komt wel terug maar je moet er wel achteraan, terwijl een stel kleuters controleert hoe stevig je fiets op zijn standaard staat.
Welnu: Jordanië verlaten is net zo'n crime als uit Syrië vertrekken. Je mag namelijk niet zelf op de fiets, je moet met de bus. Die gaat een keer per uur en duurt een half uur over 200 meter.
Nadat alle bagage twee keer door een X-ray was gegaan en ik piepvrij door het poortje, kon een een plek zoeken om te slapen. En geslapen heb ik, als een blok!

1 opmerking:

  1. Heej pap,
    Zo te zien heb je nog wat tijd over in Jerusalem, of niet? Mijn google maps zegt dat je nog ongeveer 200km moet. Nog wilde plannen?
    Spannend trouwens hoor, ik ben blij dat je tot nu toe alle grenzen over bent gekomen, want je bent nu wel echt in landen waar grenzen ook nog grenzen zijn als je wit en rijk bent.
    Rijkelijke Kans nog, en tot sinterklaasens :)

    BeantwoordenVerwijderen