zondag 8 november 2009

Week Tien

Mijn bezoek aan Marmusa had een wat onverwacht staartje. Het klooster staat op een rotspunt in een kloof. Aan drie van de vier kanten zie je de rand van de bergen hoog boven je, aan de oostkant is het zicht vrij tot de vlakte verderop.
Terwijl het ontbijt werd klaargezet klonk er een oorverdovend kabaal: iemand was te dicht langs het randje gereden en zijn tractor donderde het ravijn in. Gelukkig was de bestuurder er op tijd afgesprongen. Een paar jongens klommen met een brancard naar boven, maar dat bleek niet nodig.
In Damascus rijden ze allemaal te dicht langs het randje. Tjonge, wat een verkeerschaos. Ze moesten gewoon kippengaas boven de stad spannen en er botsautootjes in loslaten, volgens mij is iedereen dan pas gelukkig. Echt, Istanbul is hiermee vergeleken een ingeslapen provinciestadje. Er hangt dan ook een walm van fijn- en minder fijn stof. Wat doe je dan als fietser? Ik meng me maar gewoon in het verkeer, het staat toch stil. Dan begint iemand achter je te toeteren en te gebaren dat je naar de kant moet. Welke kant? Moet ik me bij die auto rechts door het portierraampje wurmen of bij die auto links? Als de bus optrekt staat de straat blauw.
Op de markt hoor ik opeens Nederlands. Dat is leuk. De mensen weten ook nog een betaalbaar hotel, maar dat is desondanks boven mijn budget. Uiteindelijk vind ik op weg naar die buurt een hotel met een bed voor €3,- in een gedeelde kamer. Lakens zijn niet bij de prijs inbegrepen, maar ik heb mijn eigen lakenzak. Inmiddels heb ik ergens een onbeveiligde wifi verbinding ontdekt, en op travelwiki de normale rugzakhostels gevonden. Daar gaan we morgen heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten