maandag 28 september 2009

Intermezzo

Fietsend langs 's Heren wegen valt op wat je zoal op of vlak naast het wegdek ziet. In Amsterdam heb je dat niet zo, maar waar het rustiger en stiller is zie je veel meer doodgereden dieren.
Het eerst komen de slakken. Als de weg nat is van de dauw proberen ze over te steken. Die links van de weg leven willen naar de rechterkant, de slakken die zich rechts bevinden willen naar links. Het tragische is dat geeneen verder komt dan het eerste wielespoor. Daar zie je dan de uitgesmeerde oranje vlekjes. Je kunt proberen er een te ontwijken, maar dan heb je een volgende te pakken. Sinds ik zo'n slijmbeest in mijn tent vond, ergens in Bourgondië, heb ik er minder moeite mee.
Dan krijg je de egels. Van mijn biologieles herinner ik me dat ze niet zo goed zien. Dus ze kijken voor het oversteken naar links, en zien niets komen, van rechts zien ze ook niets, dus oversteken maar... krak, alles wat overblijft is een naaldentapijtje. Vooral de kleine tapijtjes vind ik wel zielig.
Verder heb ik dode konijnen gezien, eekhoorns, twee vossen, een geit, muizen, ratten, duiven en andere vogels, en in Zuid Italië vooral katten en honden. Soms zie je nog een plukje haar waar ik geen eigenaar van kan herkennen.
Al deze dieren bleken niet opgewassen tegen het moderne verkeer. Voorlopig heb ik het zonder kleerscheuren doorstaan. En ik ben ook even de weg af, omdat ik op de boot naar Albanië zit. Spannend wat dat land me zal brengen.

zaterdag 26 september 2009

Week vijf

Zo, de eerste maand zit erop, en Rome is bereikt. Even applaus voor mezelf. Tijdens het maken van de traditionele 'pelgrim op de fiets' foto op het Sint Pietersplein kwam een meneer met microfoon naar me toe. Deze reporter wilde een kort interview voor Radio Vaticaan. Kijk, dat zijn van die leuke dingen voor een pelgrim.
Later die middag heb ik Rome verlaten via de Via Appia. Dat is een oude Romeinse weg met nog echte stukjes Romeinse weg. Eerst kom je langs de kerk met de naam 'Quo Vadis' (waar ga je heen), en daarop is het antwoord: "Voorlopig rechtdoor". Dat had ik beter niet kunnen doen. Want op zo'n stuk weg met 2000 jaar achterstallig onderhoud is het lastig fietsen. Kortom, ik viel met fiets en al.


Maar goed, alles doet het nog, alleen een schaafwond. Ik ben maar verder gegaan langs een andere weg.

De fiets in Rome

donderdag 24 september 2009

Week Viereneenhalf


Zondagmiddag zat ik inderdaad in Assisi. Een kilometer of 15 voor de stad wilde ik mijzelf trakteren op een zondagse lunch - het was een heerlijke zonnige zondag - maar terwijl ik aan het eten was betrok de lucht. De camping heb ik dan ook niet droog gehaald.
Terwijl ik voor de receptie wachtte tot het ergste voorbij zou zijn om dan mijn tent op te zetten, sloeg de bliksem aan alle kanten in. Een mevrouw die toevallig tegen een regenpijp hing kreeg een tik mee en huilend van de schrik werd ze op een stoel in het cafetaria neergezet.
Nadat het onweer bedaard was in regen zette ik de tent op om met het busje van 4 uur naar Assisi Centrum te gaan.
Het is een soort van kermis. Elke winkel verkoopt hetzelfde: mooie vrome 'spullekes', zoals daar zijn: kruisbeelden, beeldjes van Fransiscus, wandtegels met 'pax et bonum', het zonnelied in tal van gedaanten, al van dat soort dingen verwacht je in een pelgrimsoord.
Dan, omdat Franciscus in de middeleeuwen leefde, middeleeuws wapentuig als kinderspeelgoed. Zwaarden, kruisbogen, goedendagen, noem het maar op. Uitermate geschikt om kinderen vertrouwd te maken met de Franciscaanse gedachte, zullen we maar zeggen.
Ten slotte 'vrome humor van laag allooi', zoals poppetjes van volgevreten en volgedronken monniken, die door een wakkere non huiswaards worden gereden, in een kruiwagen of het zijspan van een motorfiets...
Maar goed, ik kwam voor de kerk. Om vijf uur was er een mis. Een zuster Clarisse was een dapper en vakkundig eenvrouwskoor, de priester deed ook zijn best, maar mij deed het niet veel. Ben je in het hoofdkwartier van een multinationale organisatie, wat de Fransiscaanse orde toch is, en je kunt alleen Italiaans uitbrengen. Wat een verschil met Taize, waar alle talen van de wereld klonken en iedereen zicn thuis kon voelen. Hier voelde ik me een vreemde.
Nu, twee dagen later zit ik in Rome. De ellende met de lekke band en het gesloten 'Bed and Breakfast' in Narni zal ik je besparen. Het onweer van vanmiddag is weggetrokken, en de jeugd op de camping laat zich in de bar vollopen met bier en sangria (worden beiden verkocht bij de liter) om daarna ongetwijfeld dingen te doen die ze zonder drank op een beetje eng vinden. Kortom: je bent jong en wat wild...

zaterdag 19 september 2009

Week Vier

Waar waren we gebleven, o ja, bij de regen. Daar kunnen we nog wel een poosje bij blijven. Want het bleef met enige regelmaat regenen, ook de volgende dag naar Mantova.
Het begon net wat op te drogen toen ik een camping vond, al is camping een groot woord: Het is meer een boerderij waar men een vakantiehuisje verhuurt, en waar je ook de tent neer kunt zetten. Zo gedaan, maar de boerin vond het zo zielig dat mijn tentje misschien nat zou worden, dat ze aankwam met een partytent. Dat was geen succes, want in de nacht begon het niet alleen te hozen, maar ook te stormen. Omstreeks vier uur vloog de partytent in de lucht en kwam in flarden terecht tussen de wijnstokken.
Die ochtend stormde het nog steeds. Pas toen de wind ging liggen vertrok ik richting Ferrara. Daar heb ik in een jeugdherberg geslapen.
Omdat de trapas van mijn fiets kuren vertoonde heb ik die moeten laten vervangen. Ondertussen brak voor het eerst weer de zon door, en kwam ik droog op een camping 20km voor Ravenna terecht.
De volgende dag de schitterende mozaieken daar bekeken, en doorgefietst richting Apenijnen. Pas om een uur of 5 betrok het weer. Ik werd door de bliksem haast van de weg geblazen, en dat leek me een uitstekend moment om bij een cafetaria te gaan schuilen. Daarna een B&B opgezocht, want de eerste camping was nog 20km verder, en stijl bergop.
Nu zit ik in Citta di Castello, en het is de hele dag droog gebleven. Als alles meezit ben ik morgen, zondag in Assisi.

dinsdag 15 september 2009

Week drie

Deze week was de week van de waarheid wat klimvermogen betreft.
Van Taizé af daalde de weg rustig af in het dal van de Saone. Tot zover geen probleem. De weg naar Geneve was van andere orde. Ik had gerekend op een heuvelrug met een hoogte van 780 meter, maar niet op een hellingpercentage van 10-15%. In de hitte van de dag was dat om niet te doen. Als klein wrakje kwam ik boven.
Dat gaf niet veel hoop later nog Alpenpassen te kunnen beklimmen.
Na het bezoek aan Geneve had ik nog twee dagen tot aan Brig om over Alpenpassen na te denken. In Brig was mijn eerste gang naar het treinstation, om te ontdekken dat er maar twee gewone treinen door de Simplontunnel gaan, en de ene was net tien minuten geleden vertrokken.
Op de camping van Brig wist een Nederlandse jongen me te overtuigen dat de Simplonpas echt makkelijk per fiets te doen was. Dus vatte ik moed en waarempel: het hellingspercentage viel mee en de Simplonpas bleek een stuk makkelijker dan ik had gevreesd. Het is echt een enorm goed gevoel op eigen kracht een klim tot 2005 meter hoogte op eigen kracht te hebben volbracht.
Het leukste komt daarna: de afdaling. Met snelheden tot 50km duik je naar beneden. Ik had mijzelf koffie met appelgebak beloofd, maar eer ik weer in Euroland was zat ik in Italië, en daarmee buiten appeltaartland. Dan maar een "cafe" van €0,90.
De volgende dag volgens verwachting in stralende zon langs de Ticino naart Pavia. In de avond een bier gedronken met een Duitse fietser uit Bremen. Zijn vrouw belde, en ik begreeep dat hij ter plekke moest beloven nooit plannen in de richting van Jeruzalem te maken. En toen barstte de regen los.
Omdat ik er volstrekt niet op gerekend had, had ik niet alles regendicht opgeruimd. Dat betekende dat niet alleen mijn WC-papier doorweekt was, maar ook al mijn kleren. Zo fiets ik dan in de richting van Piazenca, terwijl de regen naar beneden druppelt, en er volgens het weerbericht ook morgen een dag met regen te verwachten is.
Maar zoals Herman zo treffend opmerkte: wie geen pijn wil lijden moet niet naar Jeruzalem willen.
Uiteindelijk blijkt de brug naar Piazenca in reparatie en gesloten voor alle verkeer. Voor automobilisten geen probleem, want ze kunnen via de snelweg. Fietsers moeten 30km omrijden. De werklieden vinden dat erg grappig. Ik niet.

zaterdag 5 september 2009

De Tweede Week

Maandag begonnen met Herman naar het station te brengen. Daarna in de stralende zon zuidwaarts. Het land ligt er verlaten bij. De akkers zijn enorm groot, en je ziet er geen mens. Twee keer een tractor in de verte. Een enkele auto komt voorbij. Toen mijn water opraakte vond ik toevallig een waterkraan langs de weg. Zo kwam ik na 109km in brandende zon in Mery sur Seine. De mevrouw op de camping bood me een bed in een slaapzaaltje aan, want het zou die nacht kunnen regenen. Erg aardig, en inderdaad viel ere in de vroege ochtend een buitje. Alleen: bij vertrek uit Troyes later die ochtend begon het te hozen en het hield maar niet op. De camping die ik gevonden had bleek tot overmaat van ramp gesloten, maar ik kon slapen in de 'gîte' van het dorp, een soort van slaapzaal voor werklieden.

Woensdag eerst naar Fontenay, daarna langs het Canal de Bourgogne, een 'Voie Vert', een tot fietspad omgebouwd jaagpad langs het kanaal. In totaal 111km.Donderdag naar Taize. Eerst flinke helling, na Beaune door wijnvelden. Laatste stuk weer Voie Vert, ditmaal een voormalige spoorlijn.
Vrijdag, zaterdag en zondag blijf ik hier. Er zijn hier Nederlanders in overvloed, waaronder een echtpaar dat hier ook naartoe gefietst heeft. Maar zij laten zich zondag per auto ophalen. Mijn reis gaatverder...

vrijdag 4 september 2009

De eerste week

Beste mensen, de eerste week zit erop. Met bagage fietsen is toch zwaarder dan ik dacht. Gelukkig heeft Herman een paar dagen de voortassen aan zijn fiets gehangen, dat scheelde in het gewicht.
De eerste dag was het heet, maar nadat ik Herman in Utrecht heb afgehaald zijn we tot Wijk en Aalburg gekomen. De tweede dag was het niet zo heet meer - het regende zelfs pijpenstelen - en belandden we in Lille in Belgie. Zo zijn we door het dal van de Maas tot aan Reims gefietst.
Toen we daar zaterdag aankwamen bleek de meest dichtbije camping 15 kilometer ver te zijn, en de jongen van de VVV wist niet hoe je er per fiets moest komen. Dus hebben we maar een jeugdherberg gezocht.
Zondag hebben we na de kerk het museum van de boosaard (Beaux Arts) bezocht, met het wereldbroemde schilderij getiteld 'De dood van Marat'. Daarna naar de kerk van St. Remi, waarnaast zich een historisch museum bevindt. Om zes uur 's avonds was er een orgelconcert.
Maandagmorgen is Herman per trein vertrokken. Gelukkig hadden we de zes benodigde kaartjes al op zaterdag gehaald, want het uitzoeken daarvan duurde de dame aan het loket een uur.
Wel: Nu alleen verder. Met eigen voortassen. Op richting Taize.