zondag 22 november 2009

Week twaalf

Jeruzalem is een vreemde stad, je blijft je verbazen. De Jaffa straat, waar mijn hostel aan ligt, is opengebroken omdat er een tramlijn wordt aangelegd. Het geeft flinke overlast, maar hij is vast eerder klaar dan de Noord-Zuidlijn in Amsterdam. Meta Floor heeft me netjes uitgelegd hoe ik bij haar kantoor in Oost-Jeruzalem, dus Palestijns Jeruzalem moet komen, namelijk met bus 74 vanaf de Graftuin. Nu kan ik die bus niet zo snel vinden, wel lijn 75. Ik ga dus maar eens vragen, en dan wordt me uitgelegd dat er twee buslijnen 74 zijn, een Joodse en een Arabische, maar dat vermoedde ik al. Ik moet de Arabische hebben, die blijkt om de hoek te stoppen.
Eenmaal bij Meta zie ik dat voor hun deur de trambaan bijna klaar is. Dat is toch wel mooi, dat de infrastructuur van Oost-Jeruzalem ook wordt verbeterd, denk je dan. Meta vertelt over het verzet tegen de tram - het klinkt erg Amsterdams, altijd protest ergens tegen - maar dan wordt me duidelijk gemaakt: We krijgen wel een tram door de straat, maar geen haltes. Pardon??? Juist, de tram is bedoeld voor Israeli's die in de buitenwijken op de bezette gebieden wonen (de nederzettingen), en gaat non-stop naar West-Jeruzalem. En waarom komen er geen tramhaltes in Oost-Jeruzalem? Dan durven de Israeli's er niet meer in.
Op shabbat ben ik naar de Reform synagoge gegaan. Die is zo liberaal, dat de vrouwen ook een keppeltje dragen. Maar serieus, het is een stroming binnen het jodendom waar ik me als christen heel goed bij thuis voel. Er is veel vrolijkheid en mooie gebeden. Het is soms alleen lastig om precies te volgen waar ze in het gebedenboek zijn.
Wanneer ik in het hotel ga pakken zitten een paar gasten op het dak, waar mijn bungaLOW staat mijn verrichtingen gade te slaan. Een Frans meisje wil vanalles van me weten, en er ontwikkelt zich een heel theologisch gesprek. Dat zijn van die onverwachte ontmoetingen.
Daarna op weg naar Bethlehem. Omdat het shabbat is, is er heel weinig verkeer. Daarom ben ik ook snel door het checkpoint. Het is wel even schrikken om de muur te zien die de Israeli's hebben neergezet. Daar wordt een mens niet vrolijk van.
Bethlehem is één grote kerstmarkt. Alle winkeltjes dragen de mooiste namen. 'Halleluja Souveniers', 'Johannes de Doper Winkel', 'Kribbe Hotel', en voor een van die winkels staat een drie meter hoge 'Santaclaus'.
Ik zocht een christelijk verblijf, maar het Luthers gasthuis was vol, het Franciscaanse Casanova was vol, bleef volgens mijn plattegrond het gasthuis van de Franciscaanse zusters over. Naast het klooster was een deur met 'Pilgrims Residence' erop, dus daar maar op de bel gedrukt. Het viel me wel op dat het een stuk luxer was dan ik van Franciscanen zou verwachten. Alles glom en overal spiegels, en de beste bedden sinds het begin van de reis.
Pas toen ik goed en wel gesettled was kwam ik erachter dat ik in het gasthuis zit van de Russisch Orthodoxe kerk. Toch in de deur vergist. Dus in de ochtend een Russisch ontbijt.
Na de ochtenddienst in de Geboortekerk ben ik naar het klooster Mar Saba gefietst. Dat is maar 15 kilometer, maar het hoogteverschil is groot, ongeveer 600 meter.
Welnu, de omgeving is schitterend. Het klooster ligt midden in de woestijn, in de diepte zie je de Kidron stromen, en daar dan een paar olijfbomen en wat groen langs. Het water van de Kidron is alleen ernstig vervuild, maar gelukkig heeft Sint Saba destijds een bijzonder schone bron gevonden. Dus er is schoon water voor de kloosterlingen.
Lichamen die in de grafkelder worden gelegd mummificeren vanzelf. De monnik-gids liet met zijn zaklamp zien dat het lichaam van de heilige Saba nog intact was, met huid en al. Nu had dat lichaam heel wat omzwervingen gekend, het was naar Constantinopel gebracht en daar hadden de Venetianen het gestolen en meegenomen naar hun stad. Een jaar of vijftig geleden had de paus ervoor gezorgd dat de mummie weer terug werd gegeven. De monnik vertelde dat het lichaam toen alleen Roomse kleren aanhad, en dat moest natuurlijk een orthodoxe pij worden. Maar hoe kun je een mummie verkleden zonder hem kapot te maken? Volgens de monnik had de heilige mummie zelf erbij geholpen door de armen omhoog te steken, zodat ze de pij over zijn hoofd konden aantrekken. Vervolgens had hij de handen weer netjes voor zijn borst gevouwen.
Toen ik hem vertelde over mijn werk werd hij helemaal enthousiast. Jezus had namelijk gezegd de gevangenen te bezoeken, en dat kon hij niet doen. Maar nu ging hij me dingen meegeven voor de orthodoxe gevangenen, die hun vast zouden helpen, en zo kon hij via mij toch iets van dat gebod realiseren. Ik kreeg een hele tas met spullen mee. Het meest bijzonder zijn een aantal kruisjes. Wat is het geval? In het begin van de zevende eeuw is het klooster uitgemoord door de Perzen. De schedels van die martelaren liggen in de kerk netjes in een soort van boekenkast. Een paar zelfs in een speciale doos, dat waren extra heilige broeders. De monnik haalt een schedel uit die doos, en daaronder liggen een stel houten kruisjes. Door onder die heilige schedel gelegen te hebben zijn ze ook heilig geworden. Nou, die kruisjes mag ik aan gevangenen geven, en eentje mag ik zelf houden. Hij hoopt dat ik eens het orthodoxe licht mag zien...
Daarna op weg terug naar Bethlehem. Op de heenweg had ik een uitnodiging van een buschauffeur gekregen, en die stond me keurig op te wachten. Een heerlijke Palestijnse maaltijd was mijn deel. En iedereen vraagt waarom ik niet tot kerstmis blijf. Tja, ze kennen geen Sinterklaas...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten