maandag 30 november 2009

Weer thuis

Zo. Ik ben er weer, althans fysiek. Onderweg in het vliegtuig, zo boven Griekenland, zag ik opeens in de diepte de weg langs het meer, waarlangs ik gefietst had. Dat is een vreemde gewaarwording.
Verder moest je vroeger altijd foto's laten ontwikkelen en dan inplakken, nu moet je ze op een webalbum plaatsen. Dat heb ik gedaan. Hier staan ze: picasaweb.google.nl/ceesvanveelen/Pelgrimopdefiets
Veel plezier met kijken. Wanneer je foto's wilt gebruiken graag eerst een mailtje naar Cees van Veelen.
Wie wil gaan fietsen: alle goeds en veel sterkte.

donderdag 26 november 2009

Op weg naar huis

Ik zal proberen of ik dit blog nog op het net krijg. Op het moment zit ik in de 'Buy and Bye' hal van het vliegveld. Mijn zorgvuldig ingepakte tassen zijn door de beveiligers weer uitgepakt en gecontroleerd, waarna ik het inpakwerk over mocht doen. Mijn fietsdoos is opengemaakt, en er is gecontroleerd of er wel een fiets inzat. Maar goed, alles in inmiddels onderweg naar de buik van het vliegtuig.
Gisteravond was nog een drama in het hostel. De persoon in het bed onder mij was niet in orde. Hij had in een vlaag van falende motoriek mijn schone broek van mijn bed getrokken, op de grond gegooid, en toen overgegeven. Toch fijn dat ik mijn zondagse pak niet bij mij had.
Hij was niet aanspreekbaar, reageerde ook niet op aanraken, dus op een gegeven moment heeft de eigenaresse Magon David gebeld, en uiteindelijk hebben ze hem naar een noodbed in de psychiatrie gebracht. Vervolgens wilde ze familie inlichten, maar van de vier telefoonnummers die in zijn telefoon zaten nam er maar een op. Hij bleek goed te pas te zijn als hij zijn medicijnen innam, anders niet...
Er kwamen uiteraard ook verhalen over vorige incidenten naar boven, mensen die de kluts kwijt waren, dat soort dingen.
De broek heb ik maar gelaten, hij paste toch niet zo goed meer.
Straks weer thuis... raar hoor. Kijken of ik de mensen van de foto nog ken...

dinsdag 24 november 2009

Week twaalfplus

Nadat ik maandag in Jeruzalem terug was, ben ik begonnen met het uit elkaar halen van de fiets. Nu zit hij in een kartonnen doos. Omdat het vandaag regende mocht ik bij uitzondering de fiets in een opslag binnen neerzetten, bijgenaamd 'de grot'. Daar staat hij nu eenzaam en verdrietig te zijn...
Vanmorgen cadeau's voor het thuisfront gekocht, na een zeer geanimeerde onmoeting met Kees Jan Rodenburg, Nederlands predikant in Jeruzalem. Daarna de stad in voor een bezoek aan het Jeruzalem museum en de Syrisch Orthodoxe kerk in de oude stad. Er hangt een bijzondere ikoon van Maria met kind, waar het kind het gezicht van een volwassen man heeft. Volgens de gastvrouw van de kerk omdat de schilder Jezus zelf wel als volwassene, niet als kind heeft gekend...
Het zijn de laatste dagen voor mijn vlucht naar huis. Een vreemd onwerkelijk gevoel. Ik lees via mijn mobiel de websites van de kranten, om weer een beetje op de hoogte te raken van de recente ontwikkelingen in Nederland. Ik geloof dat ik nog net met pensioen mag op mijn 65ste en dat Balkenende niet de baas van Europa wordt. Kortom, niets wereldschokkends.

zondag 22 november 2009

Week twaalf

Jeruzalem is een vreemde stad, je blijft je verbazen. De Jaffa straat, waar mijn hostel aan ligt, is opengebroken omdat er een tramlijn wordt aangelegd. Het geeft flinke overlast, maar hij is vast eerder klaar dan de Noord-Zuidlijn in Amsterdam. Meta Floor heeft me netjes uitgelegd hoe ik bij haar kantoor in Oost-Jeruzalem, dus Palestijns Jeruzalem moet komen, namelijk met bus 74 vanaf de Graftuin. Nu kan ik die bus niet zo snel vinden, wel lijn 75. Ik ga dus maar eens vragen, en dan wordt me uitgelegd dat er twee buslijnen 74 zijn, een Joodse en een Arabische, maar dat vermoedde ik al. Ik moet de Arabische hebben, die blijkt om de hoek te stoppen.
Eenmaal bij Meta zie ik dat voor hun deur de trambaan bijna klaar is. Dat is toch wel mooi, dat de infrastructuur van Oost-Jeruzalem ook wordt verbeterd, denk je dan. Meta vertelt over het verzet tegen de tram - het klinkt erg Amsterdams, altijd protest ergens tegen - maar dan wordt me duidelijk gemaakt: We krijgen wel een tram door de straat, maar geen haltes. Pardon??? Juist, de tram is bedoeld voor Israeli's die in de buitenwijken op de bezette gebieden wonen (de nederzettingen), en gaat non-stop naar West-Jeruzalem. En waarom komen er geen tramhaltes in Oost-Jeruzalem? Dan durven de Israeli's er niet meer in.
Op shabbat ben ik naar de Reform synagoge gegaan. Die is zo liberaal, dat de vrouwen ook een keppeltje dragen. Maar serieus, het is een stroming binnen het jodendom waar ik me als christen heel goed bij thuis voel. Er is veel vrolijkheid en mooie gebeden. Het is soms alleen lastig om precies te volgen waar ze in het gebedenboek zijn.
Wanneer ik in het hotel ga pakken zitten een paar gasten op het dak, waar mijn bungaLOW staat mijn verrichtingen gade te slaan. Een Frans meisje wil vanalles van me weten, en er ontwikkelt zich een heel theologisch gesprek. Dat zijn van die onverwachte ontmoetingen.
Daarna op weg naar Bethlehem. Omdat het shabbat is, is er heel weinig verkeer. Daarom ben ik ook snel door het checkpoint. Het is wel even schrikken om de muur te zien die de Israeli's hebben neergezet. Daar wordt een mens niet vrolijk van.
Bethlehem is één grote kerstmarkt. Alle winkeltjes dragen de mooiste namen. 'Halleluja Souveniers', 'Johannes de Doper Winkel', 'Kribbe Hotel', en voor een van die winkels staat een drie meter hoge 'Santaclaus'.
Ik zocht een christelijk verblijf, maar het Luthers gasthuis was vol, het Franciscaanse Casanova was vol, bleef volgens mijn plattegrond het gasthuis van de Franciscaanse zusters over. Naast het klooster was een deur met 'Pilgrims Residence' erop, dus daar maar op de bel gedrukt. Het viel me wel op dat het een stuk luxer was dan ik van Franciscanen zou verwachten. Alles glom en overal spiegels, en de beste bedden sinds het begin van de reis.
Pas toen ik goed en wel gesettled was kwam ik erachter dat ik in het gasthuis zit van de Russisch Orthodoxe kerk. Toch in de deur vergist. Dus in de ochtend een Russisch ontbijt.
Na de ochtenddienst in de Geboortekerk ben ik naar het klooster Mar Saba gefietst. Dat is maar 15 kilometer, maar het hoogteverschil is groot, ongeveer 600 meter.
Welnu, de omgeving is schitterend. Het klooster ligt midden in de woestijn, in de diepte zie je de Kidron stromen, en daar dan een paar olijfbomen en wat groen langs. Het water van de Kidron is alleen ernstig vervuild, maar gelukkig heeft Sint Saba destijds een bijzonder schone bron gevonden. Dus er is schoon water voor de kloosterlingen.
Lichamen die in de grafkelder worden gelegd mummificeren vanzelf. De monnik-gids liet met zijn zaklamp zien dat het lichaam van de heilige Saba nog intact was, met huid en al. Nu had dat lichaam heel wat omzwervingen gekend, het was naar Constantinopel gebracht en daar hadden de Venetianen het gestolen en meegenomen naar hun stad. Een jaar of vijftig geleden had de paus ervoor gezorgd dat de mummie weer terug werd gegeven. De monnik vertelde dat het lichaam toen alleen Roomse kleren aanhad, en dat moest natuurlijk een orthodoxe pij worden. Maar hoe kun je een mummie verkleden zonder hem kapot te maken? Volgens de monnik had de heilige mummie zelf erbij geholpen door de armen omhoog te steken, zodat ze de pij over zijn hoofd konden aantrekken. Vervolgens had hij de handen weer netjes voor zijn borst gevouwen.
Toen ik hem vertelde over mijn werk werd hij helemaal enthousiast. Jezus had namelijk gezegd de gevangenen te bezoeken, en dat kon hij niet doen. Maar nu ging hij me dingen meegeven voor de orthodoxe gevangenen, die hun vast zouden helpen, en zo kon hij via mij toch iets van dat gebod realiseren. Ik kreeg een hele tas met spullen mee. Het meest bijzonder zijn een aantal kruisjes. Wat is het geval? In het begin van de zevende eeuw is het klooster uitgemoord door de Perzen. De schedels van die martelaren liggen in de kerk netjes in een soort van boekenkast. Een paar zelfs in een speciale doos, dat waren extra heilige broeders. De monnik haalt een schedel uit die doos, en daaronder liggen een stel houten kruisjes. Door onder die heilige schedel gelegen te hebben zijn ze ook heilig geworden. Nou, die kruisjes mag ik aan gevangenen geven, en eentje mag ik zelf houden. Hij hoopt dat ik eens het orthodoxe licht mag zien...
Daarna op weg terug naar Bethlehem. Op de heenweg had ik een uitnodiging van een buschauffeur gekregen, en die stond me keurig op te wachten. Een heerlijke Palestijnse maaltijd was mijn deel. En iedereen vraagt waarom ik niet tot kerstmis blijf. Tja, ze kennen geen Sinterklaas...

woensdag 18 november 2009

Week elfeneenhalf

Ik ben er!!! Het was nog even lastiger dan ik dacht, want rijksweg 1 van Tel Aviv naar Jeruzalem is het eerste stuk snelweg, en de politie haalde me er zonder pardon af. Ik moest de weg richting Bet Shemesh nemen. Dat heb ik braaf gedaan. Eenmaal Esthaol voorbij heb ik in een wegrestaurant weer krachten opgedaan voor de laatste klim. Zo, en nu allemaal naar je bijbeltjes rennen en lezen wie er nog meer krachten opdeed tussen Beth Shemesh en Esthaol. Wie het eerst het goede antwoord geeft krijgt van mij wat extra's bij thuiskomst.
Het laatste stuk mag je wel over rijksweg 1. Iemand hield me staande omdat hij net zulke fietstassen wilde hebben als ik. Even later kwam er een oude pionier voorbij - kaal hoofd maar wel een grijze baard van een meter, met naast hem in de auto zo'n lief verkreukeld vrouwtje - hij stak alle duimen omhoog en vergat verder te sturen, zij zwaaide enthousiast en draaide haar hoofd er bijna af.
Ik zit nu in Jerusalem Hostel. Er was geen bed vrij in een slaapzaal, maar wel in een bungalow. Maar wat is nu een bungalow? Ga eerst maar kijken, hij staat op het dak. Dus ik het dak op en een poosje zoeken, staan daar een soort van tuinkasten met een vloeroppervlak van 2 bij 2 meter, en een hoogte van 1 meter 20. Daar staan twee bedden in. Het is gemaakt van plastic schroten. Kortom, het is meer LOW dan bunga, maar je kunt er in slapen.
Morgen ga ik naar Meta Floor, dat wordt vast gezellig.

dinsdag 17 november 2009

Week elfplus

Van Bet Shean aan de grens is het een dagje fietsen naar Nes Ammim. Het is wel leuk om even in een omgeving te zijn waar Nederlands niet vreemd is, al waren de meeste vrijwilligers op dit moment Duits. Ik heb er maar een weekend vakantie van gemaakt. De kamers zijn aan de prijs, maar het eten is erg goedkoop. Voor het eerst sinds lange tijd gebakken kippenpoten! Mijn buikje was weer echt blij. Ik kan met recht van 'buikje' spreken, want ik hoef 's avonds de knoop van mijn broek niet meer los te maken. Zodra ik de riem opengesp valt mijn broek al op mijn hakken.
Na Nes Ammim heb ik een nacht wild gekampeerd in Ceasarea. Volgens de kaart moest er een camping zijn, maar daar wist niemand iets van. Ik kon mijn tent gewoon op het strand zetten. Ik vond het wel passend, want mijn bijbelse naamgenoot Cornelius woonde in deze plaats.
Daarna naar Tel Aviv. Onderweg hield een automobilist me staande, en vertelde dat de vluchtstrook van rijksweg 2 toch echt gevaarlijk was (vooral omdat er soms opeens geen vluchtstrook is) en wees me de weg naar een fietsroute. Eenmaal in de stad hield iemand me staande: "It looks you have an interesting story, I 'll. buy you coffee." Maar onder de koffie moest ik uiteraard vooral naar hem luisteren.
Uiteindelijk in Old Jaffa Hostel beland, waar de bedden betaalbaar zijn mits je de kamer wilt delen met acht snurkende mannen.
Vandaag naar het Diaspora museum geweest. Daar zijn onder andere modellen te zien van synagoges over heel de wereld, waaronder Amsterdam en Curaçao. In de eerste zaal hangt een replica van dat deel van de Titusboog in Rome, waarop te zien is wat men uit de tempel van Jeruzalem geroofd heeft. Een bezoekster wijst haar vriendinnen op dit paneel en roept triomfantelijk: "Wij zijn er nog steeds!" Dat klopt, en Titus is er niet meer.
Vandaag kreeg een heel peleton rekrutren van het leger een rondleiding. Hun machinegeweer mocht niet mee naar binnen, dus hadden ze daar buiten een toren van gebouwd. Als je er twee op de grond legt en vervolgens twee dwars erop, kun je zo een toren van tachtig machinegeweren bouwen. En dan zijn er onder de rekruten van die broekies, die hoeven zich nog niet eens te scheren...
Morgen naar Jeruzalem! Ver is het niet meer, wel een klim van 800 meter. Maar daar draai ik tegenwoordig mijn hand niet meer voor om. Onderweg kom ik langs het vliegveld, dan kan ik de terugreis organiseren, en gelijk kijken hoe mijn fiets mee kan.

vrijdag 13 november 2009

Week elf

Naar Syrië gaan is een ding, maar Syrië verlaten is nog iets heel anders. Op weg naar het zuiden ligt op 80km een provinciestadje, dat leek me een prima overnachtingsplek. Maar de koster van de plaatselijke kerk (gebouwd vòòr 500!) vertelde dat het dichtstbije hotel in Daraa stond, nog 40km verder. Dat was dus nog even fietsen.
Nu had ik nog ruim 1000 pond, ongeveer €15. Dat zou genoeg moeten zijn, maar de eerste hotels deden het er niet voor. Maar de bewaker van hotel drie vond toch dat een fietser wel korting kon krijgen, en met 40% korting was het betaalbaar. De receptionist was het er blijkbaar niet mee eens, in ieder geval kreeg ik geen ontbijt de volgende morgen. Maar ik had toch brood bij me.
Bij de grens bleek ik opeens 500 pond belasting te moeten betalen. Die had ik niet meer. Dat werd dus een biljet in Euro's, waardoor ik het dubbele kwijt was. Nu ja, geld kun je niet eten. Het kostte alleen veel tijd.
Van Jordanië had ik geen wegenkaart, en het toeristenbureau aan de grens verkocht ze niet. In het grensstadje zag ik een autoverhuurbedrijf aan de overkant van de weg, dus zette ik mijn fiets neer en ging daar eens vragen. Een kaart hadden ze niet, maar koffie wel. Toen ik weer bij mijn fiets kwam klaagde de winkelier dat ik wel mijn fiets voor zijn deur had gezet, maar geen koffie was komen drinken. Dat verzuim moest ik goedmaken
Zo besloot ik naar Jarash te gaan, een Romeinse stad ongeveer 40km verder. Nu zijn de prijzen in Jordanië op Europees niveau, dus was het weer een zoektocht naar betaalbaar onderdak. Volgens de toeristenpolitie kon ik kamperen naast het toeristenbureau bij de opgraving. Maar dat vond men te min, men parkeerde mij in een onverhuurd winkeltje. Daar kon ik wel slapen. Om acht uur werd er zelfs een matras gebracht!
Zo vriendelijk de volwassen Jordaniërs zijn, zo lastig zijn de kinderen, tenminste de jongetjes. Dat begint met gillen en schreeuwen, proberen je lopend bij te houden, apengeluiden maken, tegen je fietstassen te schoppen en met stenen naar je te gooien. Als je stopt om drinken te kopen is je fietshelm weg, en die komt wel terug maar je moet er wel achteraan, terwijl een stel kleuters controleert hoe stevig je fiets op zijn standaard staat.
Welnu: Jordanië verlaten is net zo'n crime als uit Syrië vertrekken. Je mag namelijk niet zelf op de fiets, je moet met de bus. Die gaat een keer per uur en duurt een half uur over 200 meter.
Nadat alle bagage twee keer door een X-ray was gegaan en ik piepvrij door het poortje, kon een een plek zoeken om te slapen. En geslapen heb ik, als een blok!

maandag 9 november 2009

Week tieneneenhalf

Zo, dat rugzakhotel was even zoeken, vooral omdat de mensen aan wie je de weg vraagt maar een willekeurige kant op wijzen, onder het motto: Wellicht komt hij daar iemand tegen die de weg wèl weet. Je krijgt dan veel van de stad te zien. Na anderhalf uur was iemand zo aardige om mee te lopen, en toen hadden we het zo gevonden. Hier kost een bed in een vierpersoons kamer €7,50 inclusief ontbijt, schone lakens en douche in de basement. Volgens het kaartje van het hotel is het gebouwd rond 1200 n.Chr., en dat kan aardig kloppen want ze hebben nog geen internet.
Ik had nog een tijdje in de zenuwen gezeten, omdat de PIN-automaten mijn pas niet slikten en mijn Syrisch geld toch weinig meer voorstelde. Uiteindelijk heb ik een Saoudische bank gevonden waar de automaten buiten het niet deden, maar die in de hal wel. Ik heb dus geld genoeg voor het hotel en het eten (even over het eten: ik heb gisteren kip in citroensaus gegeten - erg lekker, en vanavond warme yoghurt met balletjes).
Na al dat gezoek over de soukh's van Damascus krijg je wel een aardig idee wat ze zoal verkopen. De collega's zoeken elkaar ook op. Dan heb je een heel stuk winterjassen, dan komt een straatje met schoorsteenpijpen, dan een rij banketbakkers, vervolgens een stuk met buikdanspakjes ... het hotel waar ik nu zit staat op de markt van IT-service en illegale software. Dat is de nieuwste ontwikkeling.

zondag 8 november 2009

Week Tien

Mijn bezoek aan Marmusa had een wat onverwacht staartje. Het klooster staat op een rotspunt in een kloof. Aan drie van de vier kanten zie je de rand van de bergen hoog boven je, aan de oostkant is het zicht vrij tot de vlakte verderop.
Terwijl het ontbijt werd klaargezet klonk er een oorverdovend kabaal: iemand was te dicht langs het randje gereden en zijn tractor donderde het ravijn in. Gelukkig was de bestuurder er op tijd afgesprongen. Een paar jongens klommen met een brancard naar boven, maar dat bleek niet nodig.
In Damascus rijden ze allemaal te dicht langs het randje. Tjonge, wat een verkeerschaos. Ze moesten gewoon kippengaas boven de stad spannen en er botsautootjes in loslaten, volgens mij is iedereen dan pas gelukkig. Echt, Istanbul is hiermee vergeleken een ingeslapen provinciestadje. Er hangt dan ook een walm van fijn- en minder fijn stof. Wat doe je dan als fietser? Ik meng me maar gewoon in het verkeer, het staat toch stil. Dan begint iemand achter je te toeteren en te gebaren dat je naar de kant moet. Welke kant? Moet ik me bij die auto rechts door het portierraampje wurmen of bij die auto links? Als de bus optrekt staat de straat blauw.
Op de markt hoor ik opeens Nederlands. Dat is leuk. De mensen weten ook nog een betaalbaar hotel, maar dat is desondanks boven mijn budget. Uiteindelijk vind ik op weg naar die buurt een hotel met een bed voor €3,- in een gedeelde kamer. Lakens zijn niet bij de prijs inbegrepen, maar ik heb mijn eigen lakenzak. Inmiddels heb ik ergens een onbeveiligde wifi verbinding ontdekt, en op travelwiki de normale rugzakhostels gevonden. Daar gaan we morgen heen.

Week negen - naschrift

Denk je dat je als echte Hollander kunt gaan klagen over het weer, gebeurt er iets heel anders: ik heb een darminfectie opgelopen. Op de fiets van Hama naar Homs begon ik me zeer gammel te voelen. Ik heb zelfs twee keer mijn krukje gepakt en met de armen over de bagagedrager een tukje gedaan. In Homs heb ik een kerk opgezocht, en vandaar heeft men mij naar een Jesuietenhuis gebracht, waar vaker pelgrims slapen. Die nacht kreeg ik gietende diarree. Zelfs na een slok water moest ik rennen.
De dokter die kwam begon heel geruststellend: "Alles komt goed." Met zijn stetoscoop op mijn buik zei hij: "Dat klinkt als Mozart" en op een andere plek: "Dat klinkt als Beethoven", en net toen er wat geborrel door mijn buik ging: "Dat klinkt als oorlog."
Na nog wat onderzoek was de conclusie dat er niets anders aan de hand was als een darminfectie, volgens hem omdat er in Syrië een andere bacterie-flora is dan in Europa. Nu lijkt Syrië me ook wel een fijner land voor bacterie-flora: het is meestal lekker warm en je wordt niet constant weggepoetst.
Zo lag ik in bed aan de beterende hand te zijn, terwijl het buiten onweerde en regende. Elk nadeel heeft zijn voordeel.
Inmiddels is Cees weer zo goed als nieuw en ijverig op pad.